dinsdag 27 februari 2018

27/2/2018: Snaefellsnes

De kans op noorderlicht is gisteren helemaal verregend.

Vandaag gaan we, net als in 2016, een rondje Snaefellsnes afwerken. Enig verschil met toen (behalve dat de kinderen mee zijn): de grote afwezigheid van de zon. De lucht zit nl. potdicht met lage bewolking en het ziet er niet direct naar uit dat het zal opklaren.

Eerste halte: Ytri-Tunga, het thuis van de zeehonden. Ze liggen nu veel dichter bij het strand en zijn met wezenlijk meer.






Onderweg naar onze volgende halt stoppen we nog een paar keer om wat foto's te maken van dat andere IJslandse icoon:






Nog een verschil met 2016: de rust die nu overal heerst. Vaak hebben we de weg kilometers lang alleen voor ons.

Volgende halte is het dorpje Arnastapi met zijn gestapelde stenen die trol Bárdur moet voorstellen (zie onze blog van 2016).

Wat we toen wel om een onverklaarbare reden niet gezien hebben zijn de vele basaltformaties en openingen in de kliffen. Blijkbaar hebben we toen slechts een fractie (en dan ook nog de minst imposante) van deze bezienswaardigheid gezien.

Wél gezien in 2016:

Niet gezien:






Overigens lijkt de lente ook al voor de meeuwen begonnen te zijn. Overal zitten koppeltje tegen de steile rotswanden genesteld.


Enkele kilometer verderop stoppen we in het kleine Hellnar nog even bij het al even kleine Hellnarkirkja om te kijken of het deze keer wel open is. Niet dus.


En dan is het etenstijd. In het enige café/restaurant dat het gat rijk is en dat naar de naam 'Primus' luistert, eten we ons een lekkere kom soep.

En dan gaat het verder naar Pufubjarg, volgens de boekjes één van de mooiste vogelrotsen van de zuidkust van Snaefellsnes. Voor de puffins zijn we echter 1 à 1,5 maand te vroeg. Wel zitten ook hier weer veel meeuwen en (op het water) zeekoeten.







En zo komen we al weer bij onze laatste 'natuurhalte' van vandaag: Djúpalónssadur Beach met zijn zwarte kiezelstenen (glad als knikkers) en de restanten van de Grimsby, de Engelse trawler die hier in 1948 is vergaan. Door het gat (Gatklettur) in de rots zie onder ideale omstandigheden de Snaefellsjökull liggen. Vandaag dus niet.










Saxhólar - de explosiekrater - en het gele zandstrand laten we deze keer voor wat het is en we rijden in één ruk door naar Olafsvik waar we een rondje door de haven maken. Blijkbaar worden enkele vissersschepen gelost. Daarna eten we weer in Hraun, het restaurant waar we vorige keer ook lekker gegeten hebben, en tegen de tijd dat we daar mee klaar zijn begint het stilletjes donker te worden.

Het was de bedoeling om vanavond naar het noorderlicht te kijken bij Kirkjufell (de meest gefotografeerde berg van het land) en de Kirkjufellfoss, maar het zal bij 'bedoeling' blijven want het zit nog steeds potdicht en het miezert.

Via de 54 gaat het terug naar Snorrastadir. Deze weg loopt over een bergkam en al snel zitten we in de wolken waardoor het zicht amper verder reikt dan de reikwijdte van de koplampen.

Tegen 20u arriveren we veilig en wel bij onze chalet. Blijkbaar een vermoeiende dag geweest want de dames liggen om 21u30 al van giet ;)
Morgen alweer de laatste dag...

26/2/2018: Hveragerdi -> Snorrastadir

Het lijkt wel alsof er geen einde komt aan het stormweer: vannacht dachten we een paar keer dat het dak boven ons hoofd zou wegvliegen en we hebben alle vier meer wakker gelegen dan geslapen.

Vandaag vertrekken we dus naar Snorrastadir, gelegen aan de rand van het Snaefellsnes schiereiland. Voor die streek is trouwens een weeralarm afgekondigd: code geel wegens rukwinden tot ... 140 km/u. Chauffeurs wordt aangeraden voorzichtig te rijden. Bij ons zou dit dus code rood zijn met de raad om niet buiten de deur te komen 😱

Nadat we de sleutel hebben ingeleverd vertrekken we via een omweg naar Snorrastadir. Deze leidt ons terug naar Pingvellir, waar we eergisteren ook waren. Nu stoppen we wel nog even aan het Ljósafossstöd Hydropower Station (en het is echt met 3 's'-en). Het water ontsnapt hier met een geweldige kracht uit het stuwmeer en de wind doet hard zijn best om het terug te blazen waardoor het allemaal nog indrukwekkender lijkt. We beperken ons bezoek tot het maken van enkele foto's.



In Pingvellir volgt een verrassing: de weg die we hier willen nemen blijkt afgesloten door het 'winterweer'. Dus zit er niets anders op dan toch een eindje richting Reykjavik te rijden. Nu kunnen we wel nog even opnieuw stoppen aan het uitkijkpunt waar we eergisteren voor de hagel zijn gevlucht. Bovendien kunnen we door de dooi van afgelopen dagen nog een stukje terug naar beneden wandelen zonder onze nek te breken.





Een paar kilometer verderop is er nog een tweede uitkijkpunt over het Pingvallavatn, IJslands grootste meer, waar we nog even van het uitzicht genieten.


Een tijdje later kunnen we dan toch een afslag nemen waardoor we Reykjavik kunnen vermijden. Hier rijden we zowat moederziel alleen door een prachtig landschap.







Zeker ogenblik hebben we de keuze om de tunnel onder het Hvalfjördur (Walvisfjord) te nemen ofwel een omweg van meer dan 35 km te maken rond het fjord zelf. Het wordt optie 2 en daar krijgen we geen moment spijt van: prachtige uitzichten en het unieke schouwspel van de wind die het water opzweept en metershoog verstuift.




Af en toe krijgen we ook weer stukken gravel ipv macadam voor de wielen geschoven.

In Borgarnes, zo'n 30 km van ons einddoel verwijderd, is het tijd om een kleinigheid te eten en wat voorraad in te slaan (dit is de laatste gelegenheid want tussen hier en Snorrastadir is er enkel nog natuur). En ook hier waait het weer zo hard dat ik mijn autodeur nauwelijks geopend krijg.

Na het eten maken we nog een ritje door het dorp/stadje en omstreeks 16u30 arriveren we op onze eindbestemming waar het prompt weer begint te regenen.


De locatie is ideaal voor observatie van het noorderlicht: open vlakte en geen tot zeer weinig lichtvervuiling. Nu alleen nog die bewolking opgeruimd zien te krijgen. Maar het zal weer niets worden want het begint almaar harder te regeren. 86 km of 1u10 rijden (enkele rit) is zelfs voor mij een beetje teveel van het goede, zeker wanneer er niet eens een garantie op succes is.

Het blijft dan ook bij enkele spelletjes 'kniffel' ;)